Nieuwbouw opvangstudio's LOI en duplexwoning

Zwevegem
Ontwerp 2012-2014

Nieuwbouw studio’s LOI – fase 1
Nieuwbouw duplexwoning – fase 2
OCMW Zwevegem
Ontwerp 2012-2014

Het basisconcept van het ontwerp wil eenvoud en rationele bouwmethodiek koppelen aan het realiseren van een kwalitatieve woonomgeving.
Bij het bouwen van woongelegenheden voor tijdelijke opvang, dient grondig nagedacht te worden over het gebruik van deze kostbare infrastructuur op lange termijn : bouwwerken moeten derwijze opgevat zijn dat ze op het ogenblik van het bouwen voldoen aan de verwachtingen, maar ze moeten evengoed geconcipieerd zijn voor langdurig gebruik.
Dit is een elementaire vorm van duurzaamheid.

f a s e 1
p r o g r a m m a
Het opgegeven programma werd vertaald naar een basis-woonmodule met woon- en slaapruimtes aan gevelzijde, en service-functies aan de binnenzijde van het bouwvolume. Voor het opgegeven programma, levert dit leefruimtes met royaal licht en uitzicht, en bovendien worden leidingen voor toevoer, afvoer en ventilatie gecentraliseerd rond een centrale kokerzone.
De basisunit wordt 6 maal herhaald, zodat op gelijkvloers en 1° verdieping
6 gelijkwaardige studio’s ontstaan met uitzicht op tuin of straat.
De dakstudio is ruimer opgevat, en beschikt over twee volwaardige slaapkamers.
De scheidingswanden tussen de studio’s onderling, en tussen studio en circulatieruimte zijn de enige dragende wanden binnen het volume.
Door het inbouwen van een linteelbalk in de woningscheidende wanden is het perfect mogelijk de studio’s te verenigen tot een volwaardig appartement, waarbij één unit als dagzone fungeert (leefruimte, keuken), en de andere unit als nachtzone met badkamer en 2 of 3 slaapkamers.
Dit laat toe het gebouw zonder zware structurele verbouwingen volledig in te zetten voor klassieke sociale woningbouw.
Een eenduidige circulatiestrook doorheen het plan, vormt de ruggegraat van het geheel, en verbindt de inkom met de verschillende voordeuren en met de wasruimte achterin de tuin.
Een voldoende beglazing zorgt hier voor licht en contact met de buitenruimte. Het bestuur kan overwegen of de patio’s gemeenschappelijk zijn of toegewezen worden aan een studio.

s t e d e n b o u w / i n t e g r a t i e
De opdracht behelst de realisatie van 7 studio’s voor alleenstaanden, koppels, éénoudergezinnen met maximum 1 kind.
De volume aan de straatkant herbergt 5 studio’s verdeelt over drie bouwlagen met voor elke bouwlaag een verantwoorde maximum kamerhoogte van 2,65 m.
De overige twee studio’s worden achteraan het hoofdvolume gepland en worden via een gemeenschappelijke gang met het hoofdgebouw verbonden.
Patioruimtes zorgen voor voldoende lichtinval in de verschillende studio’s.
Niettegenstaande het hoofdgebouw drie bouwlagen heeft, respecteert het gebouw en de gevelcomposities de gabarit en de gevellijnen van de aanpalende gebouwen.
Centraal de woning wordt het dakvlak wat opgetrokken om zo de mogelijkheid te bieden de ruimtes van de studio te creëren.
De volume achteraan het hoofdgebouw, bestaande uit 1 bouwlaag en een plat dak, herbergt de twee laatste studio’s, een verbindingsgang en een gemeenschappelijke wasplaats.
De wasplaats situeert zich achteraan de verbindingsgang om ongemakken zoals circulatie-, geur- en lawaaihinder te vermijden.
Het gebouw krijgt via de wasplaats een tweede dienstingang.

c o n s t r u c t i e
Zoals hoger vermeld wordt er ingezet op een eenvoudige constructie en afwerking.
Het structureel concept laat toe te bouwen met een minimum aan stabiliteitselementen, en voorziet samenvoeging van units zonder structurele ingrepen.
Dit levert een belangrijke troef voor langdurig gebruik in de toekomst.
Ook de materiaalkeuze en de afwerkingen worden bewust gerationaliseerd.
De combinatie van zichtbaar blijvend betonmetselwerk, geschilderde predallen, en gepolierde betonvloeren, met warme, kleurige afwerkingen voor de niet-structurele invulelementen (balustrade, stijlwanden, schuifdeuren) zorgt voor een economische en robuuste basis, met een eigen architecturale identiteit.
De economische discipline wordt bewust aangewend om een interessante architectuur te realiseren.
Door het compacte hoofdvolume en de rijbebouwing wordt vanzelf goed gescoord inzake K-peil van het geheel. In dit verband werd een gevel-principe voorgesteld waar de glasoppervlaktes goed kunnen gedoseerd worden om lichttoetreding en warmteverliezen te optimaliseren.
Verder vormen doorgedreven isolatie en goede luchtdichtheid geschikte middelen om E- en K-peil ambitieus aan te pakken.